Dag 10 – Skutumpah Road

Tijdens het afbreken van de tent hebben we een enorme ruzie met de haringen. De camping ligt op stenen en rotsen en daarom hebben we de spijkerharingen gebruikt. Net als gisteren, begint het aan het einde van de nacht heel hard te waaien, dus is het fijn dat de tent goed vaststaat, maar die krengen willen met geen mogelijkheid meer loslaten. Uiteindelijk lukt het, maar komen ze er lichtelijk verbogen uit.

We verlaten Zion en rijden verder Utah in. Als we bij highway 89 aankomen kunnen we naar links, richting Orderville, of rechts, naar Kanab. We moeten nog een paar boodschappen doen om de komende 2 nachten in de middle of nowhere fijn te kunnen overnachten, en laten we nu juist in Kanab nou nog een supermarktje weten te vinden… In Kanab hebben we vorig jaar 2 nachten geslapen en deze kennis komt ons nu van pas.

Achtergrond gezien door spiegel

Achtergrond gezien door spiegel

Ongeacht welke kant we zouden kiezen, het vervolg van de route staat vast, namelijk de Skutumpah Road, die ons dwars door het achterland van Bryce Canyon National Park en door Grand Staircase National Monument  loodst. We snijden dus feitelijk een stuk af, maar dit stuk is volledig “off-road”, over een zand- en gravelweg, dus levert ons geen tijdswinst op. Jolanda zit aan het stuur en werkt als een paard om de auto, met ons en al onze spullen, zo netjes mogelijk door deze route te manoeuvreren en dat valt soms niet mee.

Het heeft gelukkig al een tijdje niet geregend, want dan was deze weg onbegaanbaar geweest, tenzij de een echte 4×4 hebt, maar dat is onze Traverse niet. Je ziet wel de sporen liggen van voorgangers die zich door de modder hebben moeten banen, en ook dat maakt het rijden vandaag soms lastig, omdat je die geulen juist wilde vermijden.
Jo heeft het er druk mee en heeft helaas geen tijd om om zich heen te kijken, want bij vlagen is het uitzicht op, bijvoorbeeld, Bryce Canyon, prachtig.
Willis Creek Narrows

Willis Creek Narrows

Op 8 mijl van het einde van de route, kabbelt de Willis Creek door het land. Dit is nu maar een klein beekje, maar heeft in de afgelopen miljoenen jaren een spoor getrokken door de rotsen en gesteenten en heeft daarmee de Willis Creek Narrows gecreëerd.

We stappen uit en beginnen aan een 4 km korte wandeling door deze narrows. En wat een spektakelstuk is dit! We komen ook op het moment van de dag dat de zon precies op de narrows schijnt, wat prachtige plaatjes oplevert. Dit schouwspel vinden wij indrukwekkender dat The Narrows in Zion, al is het beekje zelf echt maar een klein stroompje. Het ligt erg afgelegen, dus ipv 600 man in Zion, komen we er nu 6 tegen.
Na de eerste bocht loopt het eerste stel ons tegemoet. Ze waarschuwen ons voor een ratelslang die op ooghoogte in een spelonk ligt en inderdaad, ook wij zien ‘m liggen, lekker opgerold, totaal niet onder de indruk en al helemaal niet ratelend.
IMG_0381

Ratelslang ligt in complete rust

We lopen nog een uurtje door en blijven versteld staan van dit indrukwekkende natuurverschijnsel. Als we bijna bij het eind zijn, is het beekje volledig opgedroogd. Niets van al dat sprankelende water waar we doorheen zijn gelopen, haalt het tot het eind. Wel zie je om je heen alle bewijzen van Flash Floods: meegesleurde bomen, takken, gras en mos wat om stenen en boomwortels gevouwen zit. (Tijdens het typen corrigeerde de auto correct “mos” door “moslims”, wat een hele rare zin zou zijn geworden (en ook niet waar zou zijn, Mormonen zou veel realistischer zijn geweest)).

Het laatste stukje van de Skutumpah Road, is nog een spannende afdaling door rul zand met scherpe bochten. Maar ook hier slaat Jolanda zich kranig doorheen.
Dan is het zoeken naar een kampeerplaats. Ik had de voorkeur om vóór het plaatsje Boulder onze tent op te zetten bij Calf’s Creek. Dit bleken echter meerdere mensen bedacht te hebben, waardoor alle 13 plaatsen vol stonden. We rijden door richting Torrey en vinden een campground bij Oaks Creek. Voor 12 dollar mogen we hier onze tent opzetten. Ik doe het geld braaf in de envelop en deponeer deze in de “betaalpaal”.
Nog geen 2 uur later zitten we aan het kampvuur, staat de tent, hebben we gegeten en alles weer opgeruimd en afgewassen. Het lijkt alsof we er handig in worden. Ook dit is “bear country”, dus alles met een etensluchtje moet ditmaal in de auto zijn opgeslagen. Geen beerkluizen hier.
Het wordt een koude nacht, dat voel ik nu al als ik in mijn fleecetrui voor het kampvuur dit blog aan het schrijven ben. Afgelopen nachten was het pas rond 5 uur ’s ochtend 20 graden, afgekoeld vanaf 40. Nu gaan we waarschijnlijk naar tegen het vriespunt midden in de nacht, we zitten immers op bijna 3km hoogte; temperaturen waar mijn collega Gerben zou zeggen: “goh, het is wat fris, laat ik eens een T-shirt aantrekken.”
Dit gezegd hebbende: we hebben al 10 dagen stralende zon gezien, alleen aan de Pacific Coast was het in de ochtend en in de avond bewolkt. Een schril contrast met vorig jaar, toen we in totaal slechts 5 regenloze dagen hadden. Niets te klagen dus!
We doen nog een drankje, dan doven we het vuur en duiken we de tent in, om heel dicht tegen elkaar aan te liggen om warm te blijven. Kamperen is leuk.
Foot note: we hebben de afgelopen dagen met regelmaat contact gehad met het dierenpension waar onze katten zitten. Joey, de oudste, was na 1 dag al gewend. Eek heeft heel zielig de eerste week zich verscholen in een hoekje. Maar het bericht van verzorgster Bianca dat Eek op een dag op haar af was komen lopen om te kroelen en dat hij vaker zijn hokje verlaat, stemt ons wat geruster. Ook dat Joey zelf veel bij Eek gaat liggen, is fijn om te weten. We zijn blij met dit dierenhotel.
Volg ons op:

Eén antwoord op “Dag 10 – Skutumpah Road”

Reacties zijn gesloten.