Het is 9 uur als we in de auto zitten, doel: Joshua Tree National Park. Dit park ligt op minder dan een uur rijden vanaf Palm Springs, waar we nog altijd gestationeerd zijn. Het park heeft een behoorlijke oppervlakte en er baan zich een weg van het noordwesten naar het zuiden, een weg van zo’n 80 kilometer. De weg door het park begint met wat je van dit park mag verwachten vanwege de naam: heel veel Joshua Trees.
Joshua Trees zijn vernoemd naar de Mormonen profeet Joshua, die (net als Joseph Smith) de mormonen die in het oosten van de VS werden verketterd, naar het westen leidde. De vorm van de bomen, zou eruit moeten zien als Joshua, die met zijn handen in de lucht bad tot God.
Ik vind de bomen meer lijken op die luchtzakken met een gezicht en twee armen, die bij evenementen of winkels de aandacht moeten trekken, ook wel bekend als “wacky waving inflatable arm flailing tube man”.
Het park heeft wel wat wandelingen, maar lange hikes leent dit park niet voor. Het is ook erg warm, maar dat is het in bijvoorbeeld Arches in Utah ook en daar kun je, ondanks de warmte, wel je uren verliezen in het park, zolang je maar genoeg water hebt. Nee, de warmte is niet het grootste probleem. Buiten dat er gewoonweg niet veel lange hikes zijn, vinden wij het uitzicht een beetje eentonig. Het is mooi hoor, dat sowieso, maar het is veel van hetzelfde. Heel veel Joshua Trees en heel veel rotsen en rotsblokken.
We lopen als eerst de “Hidden Valley route”, een wandeling van een mijl. Het is allemaal natuurschoon en hoe het allemaal ooit ontstaan is uit gesmolten gesteente, is ook echt fascinerend, maar als je er een tijdje doorheen loopt, beklijft mij het gevoel dat er iemand ooit vele miljoenen tonnen aan rots heeft besteld en bij de aflevering heeft gezegd: “gooi het daar maar neer, dan kijk ik er later nog wel naar”.
Ook de enorme hectaren aan Joshua Trees is meer dan genoeg reden om dit tot National Park te verklaren, maar zoals gezegd, er komen niet veel “oeh’s en aah’s” uit onze monden. Ik kan me wel indenken dat als je hier tegen zonsop- of ondergang bent, de kleuren veel mooier zijn en ik misschien van gedachte kan veranderen. Op de zonsondergang wachten hebben we alleen geen zin in, dus we vervolgen onze rit door het park richting de “Skull Rock” en later naar “Keys view point”, daar waar bij de laatste weer een mooi overzicht is van hoogte over de “Palm’s Valley”. Ook in dit park geven ze, zoals Skull Rock, namen aan rotsen. Skull Rock kun je misschien met een beetje fantasie nog wel ontdekken, maar de “Face Rock” en “Elephant Rock” vind ik heel erg ver gezocht. Jolanda lukt het nog om in “Face Rock” op z’n minst een “José Jalapeño” te herkennen, en alleen dat al vond ik prijzenswaardig.
We zijn er daarna wel een beetje klaar mee en rijden naar de uitgang naar het zuiden. Je mag ook hier op veel plaatsen niet sneller dan 35 mijl per uur, dus echt snel gaat het niet. Voordat we bij het einde zijn, stoppen we nog bij een Cactus “tuin”, de Joshua bomen zijn inmiddels uit het zicht en hebben plaats gemaakt voor een enorm veld vol cacti. Er wordt, op z’n Amerikaans, overdreven gewaarschuwd voor het gevaar van deze cactussen, het licht aanraken alleen al, zou genoeg zijn dat de naalden zich door je vlees heen boren en vooral het verwijderen zou zeer pijnlijk en moeilijk zijn. Gelukkig mogen we verder wel verder lopen, zonder omheining whatsoever.
Als we weer “thuis” zijn, springen we nog even ons zwembad in en doe ik een poging tot het schrijven van het blog. Helaas weigert mijn laptop totaal alles te doen, wat nodig is hiervoor. In plaats van schrijven, foto’s uitzoeken, etc, ben ik heel geïrriteerd aan het troubleshooten, dat is werk, geen vakantie. Na een firmware upgrade lijkt alles weer te werken, maar is tijd om te gaan douchen en eten.
Het eten van vanavond was wel een hoogtepuntje. De nummer 1 in de buurt op Yelp.com staat een Vietnamees/fusion restaurant “Rooster and the Pig”. In de recensies staat dat je hier vaak moet wachten op een tafel, maar als wij tegen 8 uur langslopen, mogen we gelijk aan tafel. Geen 15 minuten later, staat er een rij buiten te wachten en dat terwijl we veel lege restaurants hebben gezien de afgelopen dagen. Het is ook gewoon erg rustig, stilte voor de storm, want later deze zomer ontploft dit plaatsje weer, ondanks de 45 graden, maar vooral tijdens “Spring Break”, moet het hier afgeladen zijn.
Het eten werkelijk erg lekker, beetje prijzig en we zitten niet overdreven vol, maar zijn zeker voldaan.
Morgen rijden we richting Tuscon, Arizona en kamperen daar 2 nachten, daarna waarschijnlijk richting Chiwawa (eigenlijk “Chiricahua”, maar hoe ik dat moet spellen moet ik constant Googlen, dus we houden het bij Chiwawa) National Monument. De kans is dus aanwezig dat we wederom een paar dagen geen internet hebben. Niet getreurd, ik blijf doorschrijven, alleen het online zetten kan een paar dagen langer duren.
Pfff… Gelukkig, we zijn dus niet de enigen die Joshua Tree NP saai vinden. Ik ben benieuwd wat jullie van Chiwawa vinden. Dat hebben wij dus alleen in de stromende regen en dichte mist “gezien”. Is voor mij een must om nog eens naar terug te gaan.
Oh, en kijk uit voor de heren van Border Patrol! 🙂
Saai is het juiste woord. Jammer, maar helaas en inderdaad zoals Monique zegt: “vink van het lijstje”. Morgen eens kijken hoe Mount Lemmon eruit ziet, de weg naar onze camping zag er veel belovend uit, daarna Chiwawa.
Ben benieuwd of en wanneer onze eerste keer is dat we door een Patrol Officer worden aangehouden.
Je krijgt in ieder geval te zien waar je voor komt, Joshua Trees zo ver je kunt zien! Nou ja, weer een parkje om af te vinken..Hopelijk hebben jullie beter weer in Chiwawa dan wij hadden..Veel plezier!
Dus tijdens Spring Break is dit het Schiermonnikoog cq Cherchonisos (ongegoogled) van Amerika?