Wat hebben we nou besloten tijdens het eten gisteravond? De oplettende volgers van Instagram weten het natuurlijk allang. De keuze was: A. De Carlsbad grotten en 2. Guadalupe Mountain beklimmen. De vraag die de doorslag gaf was: “kunnen we ons een hele dag vermaken in ‘Carlsbad Caverns National Park’?” Mwah, een dagdeel, dat wel, denken we, maar een hele dag?
Dan opper ik optie 2. Daar kunnen we morgen de hele dag zoet mee zijn, het zit ook op nog een uur rijden en er zit een camping aan de voet van de berg, waar we onze tent op kunnen slaan. De dag daarna rijden we naar Santa Fé, daar hebben we weer 3 nachten een appartement en hebben dus geen haast om daar op een bepaalde tijd aan te komen, immers, de sleutel ligt voor ons klaar in een kluisje waar ik inmiddels de code van door heb gekregen van de verhuurder. We kunnen dus op onze reis naar het noorden, alsnog langs de grotten rijden en daarna doorrijden naar Santa Fé. We klinken onze bierglazen en noemen het een plan.
We moeten wel weer eerst even broodjes en koffie halen, we proberen nogmaals een Walmart, die naast het restaurant ligt waar we gisteren hebben gegeten en ditmaal met succes. Broodjes, beleg en koffie. Jolanda rijdt het uur naar Guadalupe National Park, wat in het uiterste noordwesten van Texas ligt. Als we de staatsgrens passeren, zien we de klok van onze Durango weer een uur vooruit gaan, stelen ze weer een uur! Nu volgen we toch het licht deze vakantie, dus maakt tijd ook eigenlijk niets uit. Eenmaal aangekomen, is het eerste wat we doen een kampeerplaats uitzoeken. Het is een “first-come, first-serve” en er zijn nog enkele plekken vrij. We zetten alleen heel snel onze tent op, betalen bij een self-pay-station en parkeren onze auto aan het begin van de “Guadalupe Peak Trail”, een wandeling naar de top van Guadalupe Mountain, de hoogste berg in Texas. Het is een klim naar 2667 meter boven zeeniveau, het is een totale klim van 923 meter vanaf het begin van de trail en de route heeft een totale afstand van 13,6 km. Er staat 6 tot 8 uur voor, om de berg op en neer te lopen.
In Yosemite hebben we al een keer 1 km de lucht in geklommen, maar toen begonnen we op “slechts” 400 meter boven zeeniveau en was het zeker 10 graden Celsius koeler. Hoogte en temperatuur kan dus een factortje worden.
Reden dat we deze berg willen bedwingen, zijn de verhalen van onze buren, die dit 2 jaar geleden ook hebben geprobeerd, maar vanwege onweer hebben moeten staken. De verhalen over hoe vaak Monique is gestorven op die berg, maar weer is gereïncarneerd om toch door te zetten en dat alles voor dat ene doel: Guadalupe Peak. Ik wil het halen en dit aan het op hen opdragen, maar als we beginnen is het al half 12 (Texas tijd, jaja, we pakken gewoon weer het warmste moment op de dag! Extra afzien, heerlijk!) en als we er 8 uur over gaan doen, zitten we dicht bij zonsondergang, aldus het bord aan het begin van de trail. Op dat moment heb ik er al vrede mee als we tot het “Around the Bend” punt komen, dat is het moment dat je het eerste zware stuk hebt gehad en als je de bocht omgaat je voor het eerst geconfronteerd wordt met je eindpunt, nog vele honderden meters boven je. Het eerste stuk is zwaar, veel losse rotsen, en, nog erger, veel ongelijke “traptreden”. Klimmen vinden we niet zo erg, maar dat doen met een soort traptreden, die verschillen in hoogten en diepten, is niet ons kopje thee.
Tot onze verbazing staan we echter na een uur klimmen al bij dit punt. Als we de bocht omgaan, voelen we hoe de wind door deze bocht wordt versterkt, je komt op een andere zijde van de berg terecht en je moet je pet goed vasthouden, maar ook even goed je evenwicht bewaren. We zijn dan nog lang niet boven, maar het is al goed diep vlak naast ons.
Dan beginnen we ook nog eens lekker te lopen, het gaat geleidelijk aan omhoog en de traptreden zijn weg en na 2 uur wandelen staan we opeens bij de camping en heb je nog 1,6km naar de top te gaan. Dit is volgens mij ook het punt waar onze buren voor het eerste gedonder in de lucht hoorden en moesten omkeren en dat begrijp ik goed. Op de hoogste berg van Texas, ligt het blikseminslaggevaar op de loer. Wij hebben echter een strakblauwe lucht om ons heen en kunnen door. 1,6km lijkt niet zo veel, maar vanaf dit punt daal je eerste weer een stukje, om dat, nadat je een klein houten bruggetje over bent, weer keihard in te halen. De laatste 750 meter zijn zelfs even spannend, want namelijk hele smalle paadjes, hele, hele diepe afgronden naast je, veel losliggende stenen en weinig houvast. Ik krijg op een paar plaatsen zelfs flashbacks van de Angel’s Landing Trail in Zion die ik vorig jaar heb gelopen. Ook hier is de wind vaak op de achtergrond, maar kan opeens heel venijnig uit de hoek komen. Als we de top, denken we, in zicht hebben, zijn we opeens de route kwijt. Jolanda denkt dat we linksom een rots moeten, maar als ik er naar kijk, zie ik niet direct dat de route daar weer verder gaat, wel zie ik voornamelijk heel veel afgrond. Rechts van de rots lijkt ook een soort paadje te liggen en op het eerste gezicht geen afgrond. Ik kies dat we deze nemen, maar al snel zijn we aan het rotsklimmen. Ik zie een soort van houten handgemaakte poorten voor ons en hou vol dat dit toch echt het pad moet zijn. Als we daar aankomen, zien we dat het echte pad toch echt linksom de rots was geweest, dus Jolanda had gelijk. We hebben alleen wel een stuk afgesneden, dat is dan weer een bonus.
We moeten nog een klein stukje, maar dat ziet er ook niet heel fijn uit. Zullen we het hier dan maar bij laten? We hebben toch een mooi uitzicht? Ik vind uiteindelijk van niet, we zijn zo dichtbij en het uitzicht wat we nu hebben, is maar 180 van de volle 360 graden. Gelukkig valt het laatste stukje wel mee, en dan zien we hem: de landmarkering van het hoogste punt van Texas, de Guadalupe Peak. 2 uur en 45 minuten klimmen, soms afzien, maar we hebben het gehaald! Als we aankomen zit er nog een ouder echtpaar, hebben daar nog een kort babbeltje mee, maar die vertrekken al snel, dus hebben we de hele bergtop voor onszelf. Complete stilte, met zo nu en dan een enorm luid “Whooosh” geluid. Na de derde keer, zie ik dat die worden gemaakt door zwaluwen, die ook op deze hoogte vliegen. Ik ben verbaasd over het volume, want zo luid heb ik ze nooit ervaren.
We geven onze ogen en oren de kost, schrijven onze naam in het logboek wat in een soort kluisje ligt, eten er een broodje en starten met de afdaling. Tijdens de klim heb ik een paar keer achterom gekeken en ik ben bang dat de afdaling een stuk “enger” gaat worden, dan het klimmen. Maar, net als bij Angel’s Landing, zit ik er naast. Naar beneden is wel goed opletten waar je je voeten zet, maar van boven gezien heb je veel meer overzicht waar je je voeten neerzet en heb je dus ook veel meer keus dan omhoog. Het dalen gaat dan ook voorspoedig en de totale afdaling duurt ongeveer net zo lang als het klimmen, dat wel. We verbazen ons dat als wij weer voorbij “Around the Bend” zijn, we nog mensen aantreffen die aan het klimmen zijn. Het is dan al 4 uur en vanaf dat punt moet je nog 2 uur op en 3 uur af en tegen die tijd is het volgens mij al donker. Dit is geen afdaling die ik in het donker zou willen doen. Het laatste stuk van de afdaling is net zo ellendig als dat het bergop was.
Tegen 5 uur Texas tijd, kunnen we elkaar weer een high-five geven, want we staan op de parkeerplaats. Er komt een jonge dame op ons af en vraagt of wij misschien nog omhoog gaan, want ze wil graag omhoog, maar durft niet zo goed alleen, vanwege de dieren. Nou hebben we op wat hagedissen, eekhoorns en diverse vogels na, geen ander wild-life gezien. Ik waarschuw haar ook dat ze toch echt moet rekenen op 6 uur, mits ze lekker kan doorstappen en dat de route in het donker (ze lijkt ook geen zaklamp bij zicht te hebben), best “tricky” is. Dat maakt haar allemaal niet uit, zolang ze maar niet alleen op de berg is. Ok, ik zeg dat we nog veel mensen hebben zien klimmen, dus alleen zal ze niet zijn, wel heeft ze anderhalf uur achterstand. Ze bedankt ons vriendelijk en loopt de berg op. Avontuurlijk, dat wel, maar slim? We zullen het nooit weten.
Het is warm beneden aan de voet van de berg, en er is niet veel schaduw, ook niet bij onze opgezette tent. We hebben weliswaar 8 euro voor een nacht betaalt, maar willen graag verkoeling, maar nog liever: douchen! We hebben de hele afdaling in de zon gelopen en hebben elk uur opnieuw moeten insmeren. Er zit dus een halve fles zonnebrand op ons, dat, en vele pakken Jozo zout. De tent was ook meer een verzekering voor het geval dat we veel later terug zouden zijn, dan hoeven we in ieder geval niet verder opzoek naar een slaapplek. Maar nu is de tijd nog schappelijk en zouden dus ook weer richting Carlsbad kunnen rijden, want dat scheelt weer een uur rijden morgen. We pakken razendsnel de tent weer in en rijden met piepende bandjes weer weg.
Onderweg leest Jolanda een brochure voor van het Caverns National Park, waarin staat dat ze vlak naast het park een motel, restaurant en supermarkt hebben. Die laatste hebben we niet nodig, maar de combi van de eerste 2 en dat het vlak naast het park ligt, wekt mijn interesse en we gaan ervoor! De motel kamer van het Rhodes Inn is prima, het restaurant… meh… maar het mooiste is, we zijn na het eten nog op tijd voor de Bat Flight. In de zomer zitten de grotten vol met vleermuizen die allemaal net iets na zonsondergang, massaal de grotten verlaten. Er zitten vele miljoenen vleermuizen die hier slapen en zich voortplanten.
Als we in het park zijn, is het praatje van de Ranger al begonnen. De vleermuizen zitten dan nog allemaal in hun grot. Hij vertelt verhaaltjes over hoe vleermuizen zich voortplanten, dat het zoogdieren zijn, op hun kop hangen, enz. enz. Er vliegen op dat moment nog honderden zwaluwen rond, die zich ook huisvesten in dezelfde grot, alleen die slapen ‘s nachts, als de vleermuizen de hort op zijn. Ze moeten alleen we voor zonsondergang hun slaapplek hebben bereikt, want zodra de Bat Flight begint, komt je de eerste 2 tot 3 uur de grot niet meer in, er zijn namelijk veel meer vleermuizen die de grot verlaten, dan zwaluwen die de grot in willen.
En dan begint het, het schijnt elke keer precies hetzelfde te verlopen. Eerst komt er een handje vol aan vleermuizen naar buiten, draaien een paar rondjes, gaan de grot weer in, komen weer naar buiten en langzaam komen er meer bij. Als ze de grot uitkomen, vliegen ze in een spiraal naar boven om op snelheid en hoogte te komen, een paar rondjes en dan verlaten ze de spiraal en vliegen vervolgens naar het zuiden, of het oosten. Op een gegeven moment is het bijna een tornado van vleermuizen in de mond van de grot (een Batnado, ik zie een hele slechte horror film voor me) en vliegen plukken van honderden richting het oosten en opeens een andere pluk naar het zuiden en dat steeds afgewisseld. Het is een prachtig gezicht en op een gegeven moment ruik je ze ook. Helaas mag je geen foto’s of video’s maken, sterker telefoons moeten helemaal uit staan, omdat ze niet willen dat onze stralende apparaten invloed hebben op hun gevoelige gehoor en hun echolocatie beïnvloed.
Na een half uur kijken, is het ook echt bijna donker en gaan we er vandoor en kunnen de vleermuizen nog in alle rust de komende 2 uur uitvliegen, om voor zonsopgang weer terug te zijn.
Inderdaad, wij zijn tot dat bruggetje gekomen, en toen was het onweer al bezig..Ik kan me nog goed herinneren en weet vooral nog hoe m’n arme voeten voelden. De vellen hingen er nog net niet bij 🙂
Mooie klim hè, dat dan weer wel.
Jullie waren zoooo dichtbij!! Toen we daar aankwamen en de top zagen, dacht ik even dat ik gek werd. “zo ver omhoog nog?!”, maar op de laatste 300 meter na, was redelijk goed te belopen.
En dan ook dit nog…toen we weer aan de andere kant van de berg kwamen hield het onweer op 🙁
Bastards!!! >:(
Deden de vleermuizen nog een tribute richting de dit weekend overleden Adam West? Volgens vele Amerikanen toch de enige echte Batman (van de serie uit de jaren ’60).
Wat??! Adam West overleden? 🙁 Dat had ik nog niet meegekregen. :'(
Gaaf dat jullie de top bereikt hebben! Wij komen er ook nog wel een keer… Ooit! 😀