Dag 9 – Een dagje rust?

De eerste vraag die in me opkomt als ik ’s ochtends wakker word, is: hoeveel spierpijn zal ik hebben van de hike van gisteren? Ik voel al liggend aan m’n benen, van boven naar beneden en ik span eens wat kuitspieren aan. Het lijkt eigenlijk best goed te zijn. Ik sta op voor ons ochtendritueel met sap en koffie, nog altijd prima, op wat last in m’n onderrug na.

Jolanda komt dan de tent uit en is wel behoorlijk stram en voelt elke spier in haar benen. Vandaag gaan we dus maar een dagje rustig aan doen, is het plan, een beetje uitlopen van gisteren. De hike rond “Mirror lake” is gekwalificeerd als “makkelijk” en heeft ook weinig heuvelwerk. We lopen die kant op, als ik me hardop afvraag of we niet in de buurt van de Vernal of Nevada waterval zouden kunnen komen en lopen voorbij het beginpunt van de Mirror Lake hike, door naar het beginpunt van de “Mist trail”, een route die je langs beide eerder genoemde watervallen leidt. Het is ook het beginpunt van de befaamde Half-Dome trail, een hike waar je voor het laatste stuk een vergunning moet hebben. Om boven op Half-Dome te komen, moet je door je vast te houden aan kabels, vrijwel recht omhoog klimmen, althans, in het zomerseizoen zijn die kabels opgezet en heb je ook kleine houten richels waar je op kunt stappen voor enig houvast. Er is verder geen enkele andere kabelzekering, dan alleen je handen. En als dat al niet lastig genoeg is, je deelt die ene kabel met mensen die omhoog en naar beneden gaan. Je moet dus mensen met regelmaat laten passeren, terwijl enkel een klein houten latje, tegen een steile muur verankerd, je enig houvast biedt. Buiten dat, heb je op dat moment al 4 tot 5 uur hiken achter de rug, om tot dat punt te komen.

Deze hike slaan we dan ook zonder enig probleem over.

Vernal Waterval

Vernal en/of Nevada waterval dus. We starten en lopen gelijk fors omhoog, lekker om de kuiten wat los te maken. Ook dan begin ik te voelen dat we gisteren al wat klimwerk in de benen hadden, maar al gaande, verbetert dit en loop ik goed de berg op. Ook Jolanda heeft bergop eigenlijk niet veel problemen, echter, het klimmen wordt soms afgewisseld door even fors dalen, en juist het dalen geeft de nodige moeite. Als we na een klein half uurtje bij het eerste uitzichtpunt op de Vernal waterval komen, nemen we het besluit dat het vandaag misschien verstandig is, om niet helemaal naar boven te gaan. Niet vanwege het klimmen, maar vanwege het dalen. We draaien dus om en eenmaal terug bij het beginpunt, nemen we de shuttlebus, naar de andere kant van het park, aan de voet van de Yosemite waterval.

Als ik het al niet eerder gedaan had in voorgaande blogs, dan toch: watervallen en zeker die enorme grote in het bijzonder, hebben een soort van aantrekkingskracht op me. Ik vind ze fascinerend en bedenk me hoeveel water en met welke kracht dit naar beneden stort. Gedurende de val naar beneden barst de “massieve” muur van water, uiteen in vele miljarden en miljarden kleine druppels, die als een vallende wolk aan nevel zich een pad naar benden baant, om vervolgens zich onderaan weer te groeperen tot een nieuwe rivier.

Lower Yosemite waterval

Zodra je in de buurt van de Yosemite waterval komt, daalt de temperatuur ook gelijk met zeker 5 graden, of meer. En met de 27 van vandaag, is dat niet bepaald een straf en als je over de brug loopt, komt nevel over je heen. Kletsnat word je er niet van, het is wel genoeg om je cameralens in slechts 2 seconden te bedekken met kleine druppels water.

We vinden het wel goed voor vandaag, een grote hike komt er niet vandaag, dus nemen we uiteindelijk de shuttlebus weer terug naar onze camping en positioneren onze stoelen aan het water van de Merced rivier. Het valt Jolanda op dat de steen waar ik gisteren nog op zat veel dieper onderwater staat en de steen waar ik mijn voeten op droog kon houden, nu volledig onder het water ligt. In één dag tijd is het rivierwater met minstens 5 tot 10 centimeter gestegen. Eat that, Global Warming! Met je 10 centimeter per 100 jaar. Pff, watje.

Specht

Om 6 uur, steek ik het kampvuur alvast aan. Vanavond hebben we Steak Dinner. Ik heb 2 grote New York Strip steaks onderin de koelbox liggen, die schreeuwen om op houtvuur gelegd te worden. De ervaring van vorig jaar, is dat je al een knap goed brandend kampvuur moet hebben, wil de je dit goed kunnen doen. Het wordt Steak, Kidney bonen en salade, zoals we het de afgelopen 2 jaar ook in Mexican Hat hebben gegeten. Enige is dat wij geen “schommel” hebben, om de steaks boven het houtvuur te grillen. Wel doe ik er wat kruidenolie op, voor de smaak. Het wordt werkelijk een feestmaal. Perfect medium-rare gegrild (meer geluk dan wijsheid) en ondanks dat het een steak van 300 gram was, had ik graag nog wat over gehad.

Na het eten komen er 2 ranger-dames langs. Ze lopen vanavond langs alle kampeerplaatsen, omdat, naar eigen zeggen, er vandaag beren zijn gespot, vlak naast onze camping. Die propaganda ken ik inmiddels wel, dus op de vraag: “Have you seen any bears today?”, zeg ik “Nope, unfortunately not”. Dat wordt wel begrepen door haar. Daarna krijgen we een examen aan vragen, over wat te doen als we beren zien en wat er allemaal in de “bear locker” moet. “Making a lot of noise, and throwing small things to the bear to scare them” en “everything with a scent” waren de juiste antwoorden.

We slagen voor deze test, maar worden er wel op gewezen dat alles wat in de beerkluis moet, of op 1 armafstand van je vandaan moet staan, of achter slot en grendel moet staan.

We gehoorzamen braaf, maar hebben nog nooit een beer hier gezien. Wie weet vannacht, als ik naar de WC moet. We zullen zien.

Eekhoorn, een van velen.

Volg ons op:

Eén antwoord op “Dag 9 – Een dagje rust?”

  1. Hans

    Zie nu al uit naar het fotoboek, met de kennis en herkenning van jullie beschreven belevenissen.
    Ga door!

Reacties zijn gesloten.